ULTRA LICHTE VLIEGTUIGEN IN NEDERLAND
Hoewel het al mogelijk is om in Nederland met ultra lichte vliegtuigen te
vliegen sinds 1981, zijn de meeste specifieke regels voor ULV's slechts
opgenomen in een systeem van ontheffingen. De algemene bepalingen in de
Luchtvaartwet en aanvullende luchtvaartregelgeving zijn ook op ULV's van
toepassing omdat het luchtvaartuigen zijn in de zin van de Luchtvaartwet.
- a. definitie
- Een Ultra Licht Vliegtuig: een vleugelvliegtuig, met een maximum
toegelaten totaalmassa van niet meer dan 390 kg, een vleugelbelasting
van niet meer dan 25 kg per m2, een maximale brandstofcapaciteit van
niet meer dan 50 liter, dat is ontworpen voor niet meer dan twee
inzittenden.
- b. massa beperking
- De maximaal toegelaten totaalmassa inclusief veiligheidsgordels en
vereiste instrumenten bedraagt voor zowel 1- als 2-persoons
vliegtuigen 390 kg.
- c. minimum ontwerp eisen
- Wanneer het type ULV is goedgekeurd door de Britse CAA of de Duitse
organisaties DAeC of DULV, is het mogelijk om een ontheffing te
verkrijgen. Anderszins moet het ontwerp zijn gebaseerd op: BCAR
Section S, CAP 482 (maart '83, geamendeerd op 11 oktober 1988),
hetgeen o.m. inhoudt dat het toestel moet voldoen aan de definitie
onder a. De vleugeloppervlakken mogen stijf of flexibel zijn en het
besturingssysteem mag zowel conventioneel zijn als alternatief.
- De volgende bijzondere voorwaarden zijn van toepassing:
- De gebruiksaanwijzing (vlieghandboek) moet in het Nederlands
zijn.
Punt 2, a(iv) van Subpart A van BCAR S is niet van toepassing.
Voeg toe aan de tekst van punt 1303: "(3) een kompas"
Een twee-persoons ULV moet voorzien zijn van (een) sticker(s),
duidelijk leesbaar van beide zitplaatsen, met de tekst: DIT ULTRA
LICHTE VLIEGTUIG IS NIET TOEGELATEN VOOR PASSAGIERS- EN
RONDVLUCHTEN.
Het luchtwaardigheidsniveau van een vliegtuig dat aan deze eisen
voldoet is niet voldoende om het vliegtuig te gebruiken voor het
vervoer van personen of het verrichten van 'aerialwork' / luchtarbeid
(behalve wanneer dat solo- of lesvluchten zijn), noch is het voldoende
voor een bewijs van luchtwaardigheid volgens ICAO-standards. In
Nederland zijn enkele ULV's in gebruik voor wetenschappelijke,
controle-, en fotovluchten. Zie f.
- Operationele eisen:
- de voorste zitplaatsen moeten zijn voorzien van een 3- of 4-punts
veiligheidstuig
een klok of horloge met een indicatie van uren, minuten en
seconden moet te raadplegen zijn.
- Bij het gebruiken van een ULV moet overigens ook aan alle 'gewone'
voorwaarden uit de luchtvaartregelgeving worden voldaan.
- d. geluid
- Kort gezegd mogen ULV's niet meer geluid maken dan 60 dB(A), op de
grond gemeten, terwijl het vliegtuig bij vol vermogen op 150 m over
vliegt. (meetmethode conform ICAO Annex 16 part 1 appendix 3, zonder
performance correctie).
- Twee-persoons ULV's met een geluidsemissie van meer dan 60 dB(A) en
niet meer dan 63 dB(A) worden alleen voor instructiedoeleinden
toegelaten.
- Alle ULV's moeten een uittreksel van het RLD-geluidmeetrapport aan
boord hebben. Dit uittreksel bevat alle informatie van het ULV die
essentieel is vanuit akoestisch oogpunt, inclusief foto's van inlaat,
uitlaat, propeller enz. Geluidsmetingen worden uitgevoerd door een
team van de KNVVL dat onder supervisie van de RLD werkt.
- e. registratie
- Een geldig bewijs dat het ULV is ingeschreven in het
burgerluchtvaartuigregister is vereist. ULV's krijgen een
inschrijvingskenmerk toegewezen met een
cijfer/letter/cijfer-combinatie (bijv: PH-1A1). Dit kenmerk moet aan
de onder- en zijkant worden gevoerd volgens internationale regels
(ICAO Annex 7).
- f. operationele mogelijkheden
- Het gebruik van een ULV is alleen toegestaan:
- tijdens de uniforme daglichtperiode en
tijdens zichtweersomstandigheden
van terreinen waarvoor expliciet toestemming is verleend door de
RLD. Op 20-10-92 betreft dat de luchtvaartterreinen Budel,
Lelystad en Onstwedde (Stadskanaal) en de Maasvlakte (in
Rotterdam). Voor nieuwe terreinen gelden voorlopig (in afwachting
van de te wijzigen amvb ex artikel 14 Luchtvaartwet) de
voorwaarden in de bekendmaking op blz 30 van Staatscourant 222
van 14 nov 1990.
- De gebruiksmogelijkheden van ULV's zijn: instructie-, privé,
wetenschaps-, controle- en foto-vluchten. Voor de vier laatstgenoemde
vluchten is in een twee-persoons ULV een ULV-vliegbevoegdheid vereist
voor beide inzittenden. In 1991 is een proefproject gehouden voor het
gebruik van een ULV door de gemeentepolitie Helmond. De conclusies
zijn: wanneer het mogelijk is om een vliegtuig met een
JAR-VLA-certificatie te kopen, wordt het minimum niveau voor
wetenschappelijke, controle-, en fotovluchten veranderd in:
VLA-certificatie voor het vliegtuig en een Europees)
beroepsvliegbewijs voor de vlieger. Deze minimumeisen worden gekoppeld
aan de Europese vergunning voor aerial work / luchtarbeid. Een
dergelijke vergunning wordt dus niet verleend aan personen of
organisaties die beroepsmatig met ULV's willen vliegen.
- g. gebruiksbeperkingen
- 1. gebieden waar een ULV niet mag komen:
- een luchtverkeersleidingsgebied, tenzij tevoren schriftelijk
toestemming is verkregen van, en afspraken betreffende de
vluchtuitvoering zijn gemaakt met, het hoofd van de betrokken
verkeersleidingsdienst;
- binnen 4 km van het luchtvaartterreinreferentiepunt van een
luchtvaartterrein waar geen plaatselijke verkeersleidingsdienst
is, dan wel binnen een luchtvaartterreinverkeersgebied, tenzij
daartoe toestemming is verleend door of namens de Directeur LVB
of de DGRLD toestemming heeft verleend voor het landen op en
starten van dat terrein door ULV's.;
- binnen een afstand van 3 km van een zweefvliegterrein
binnen vogelconcentratiegebieden, zoals deze zijn gepubliceerd in
de Luchtvaartgids Nederland
- binnen een horizontale afstand van 500 m van aaneengesloten
bebouwing, ingericht voor het verblijf van personen
binnen een horizontale afstand van 500 m van mensenverzamelingen;
tijdens de start en de landing mag die afstand 25 m zijn;
binnen een horizontale afstand van 100 m van gebouwen, ingericht
voor het verblijf van personen; tijdens start en landing mag die
afstand 25 m zijn.
- binnen een horizontale afstand van 1500 m tot de grens van een
stiltegebied zoals bedoeld in de artikelen 119 en 123 van de Wet
Geluidhinder.
- 2. de maximum vlieghoogte die specifiek gold voor ULV's is opgeheven
per 5 juni 1993.
- de minimum vlieghoogte is 150 m boven het hoogste obstakel binnen
600 m;
- 3. kunstvluchten zijn verboden
- slepen, uitwerpen van materiaal en spuiten/sproeien is verboden
het dragen van een helm is verplicht
de gebruiksbeperkingen die bij de toelating van het toestel door
de keurende instantie en of fabrikant zijn opgelegd moeten ook in
acht worden genomen (deze beperkingen staan in het vlieghandboek)
- h. breveteisen
- 1. leerling-vlieger:
- 16 jaar of ouder;
medisch goedgekeurd voor zweefvliegen voorafgaand aan eerste
solo-vlucht en alle volgende vluchten.
Vliegen is alleen mogelijk onder verantwoordelijkheid van een
ULV-instructeur; solo-vluchten alleen binnen 5 km van het terrein
waarvan is opgestegen.
- 2. ULV-vlieger:
- als 1. plus:
vliegervaring: 35 u op vleugelvliegtuigen. De minimum
ervaringseis wordt gereduceerd tot 25 wanneer de opleiding bij
een erkende vliegschool wordt gevolgd. Deze uren mogen ook
vlieguren bevatten op vleugelvliegtuigen (niet zijnde ULV's),
motorzweefvliegtuigen, zweefvliegtuigen en zeilvliegtuigen, maar
er moeten 20 uur op ULV's, vleugelvliegtuigen of
(motor)zweefvliegtuigen zijn gemaakt, waarvan 10 uur solo op
ULV's.
Houders van een geldig privé-, beroeps- of verkeersvliegbewijs
hoeven alleen een praktisch examen met goed gevolg af te leggen.
theoretisch examen (A of ULV)
Het theoretisch examen voor privé-vlieger (A) kan geldig worden
gehouden met een ontheffing om ULV's te mogen besturen
praktisch examen (apart voor conventioneel of
zwaartepunts/gewichtsbesturing)
om het bewijs (ontheffing) geldig te houden moet in de voorgaande
12 maanden tenminste 10 uur op ULV's zijn gevlogen. Bij beide
besturingssystemen: 5 u op elk systeem.
- 3. hulp-instructeur (voor een periode van maximaal 18 maanden):
- als 2. plus:
tenminste 125 u vliegervaring als eerste bestuurder op
vleugelvliegtuigen, waarvan tenminste 50 u op ULV's
Vliegers met een geldig bevoegdverklaring vliegonderricht mogen
volstaan met 25 u op ULV's.
theoretisch examen (mondeling)
18 jaar of ouder
- 4. ULV-instructeur
- als 3. plus: praktisch examen
- i. onderhoud
- Eigenaren van een ULV zijn zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van
het onderhoud. Zij mogen dat eventueel zelf verrichten, mits voldaan
wordt aan de onderhoudsvoorschriften van de fabrikant.
Eventueel gewenste wijzigingen aan het vliegtuig moeten vooraf worden
goedgekeurd door de RLD. Een aanvraag moet voorzien zijn van een
positieve verklaring van een grondwerktuigkundige of
zweefvliegtechnicus.
- j. aantallen
- Er zijn nu ( november 1992 ) zo'n 170 ULV's in Nederland
geregistreerd. Sinds 1-1-83 zijn ongeveer 380 personen bevoegd
verklaard om een ULV te mogen besturen. Terreinen met goedgekeurde
faciliteiten voor ULV's zijn in Lelystad, Budel, Onstwedde
(Stadskanaal) en op de Maasvlakte (Rotterdam).
Wanneer deze tekst vragen oproept, kunt u deze stellen aan:
Rijksluchtvaartdienst bezoekadres:
Directie Luchtvaartinspectie Gebouw de Meerveste I
Postbus 575 Saturnusstraat 71
2130 AN Hoofddorp Hoofddorp (t.o. NS-station)
Telefoon: 02503-63131 en voor dit onderwerp: 63111
De openingstijden voor het publiek zijn van maandag t/m vrijdag van
09.00 uur tot 12.00 uur en van 13.30 uur tot 16.00 uur.
Overzicht van uitgaven MAL 01/93:
oorspronkelijk uitgegeven op 6 januari 1993
1e herziening d.d. 26 mei 1993
93085
ISSN: 0165-7771
Click here for the original ASCII version.
Back to the Ultralight home page
Jon N. Steiger / jon@ultralighthomepage.com